Psalm 2 in de Herziene Vertaling

Wijzigingen ongegrond en onnauwkeurig

statenvertaling psalm 2

Het begin van Psalm 2 in de Statenvertaling (editie GBS).

Bron

Dit artikel is geschreven door C. Valk en verscheen in het kwartaalblad StandVastig van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS), juni 2008. Uitgegaan is van de destijds beschikbare herziene vertaling van deze psalm. Diverse opmerkingen in dit artikel gelden echter ook voor de definitieve uitgave van de Herziene Statenvertaling (december 2010).

Psalm 2 (HSV editie 2006) [1]

1 Waarom woeden de heidenen
en bedenken de volken wat zinloos is?
2 De koningen van de aarde stellen zich op
en de vorsten spannen samen
tegen de HEERE en tegen Zijn Gezalfde:
3 Laten wij Hun boeien verbreken
en Hun touwen van ons werpen!

4 Die in de hemel woont, zal lachen,
de Heere zal hen bespotten.
5 Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn,
in Zijn grimmigheid hun schrik aanjagen:
6 Ik toch heb Mijn Koning gezalfd
over Sion, Mijn heilige berg.

7 Ik zal het besluit van de HEERE bekendmaken:
Hij heeft tegen Mij gezegd: U bent Mijn Zoon,
heden heb Ik U verwekt.
8 Eis van Mij en Ik zal U de heidenen als erfenis geven,
de einden der aarde als Uw bezit.
9 U zult hen verpletteren met een ijzeren staaf,
U zult hen in stukken slaan als de kruik van een pottenbakker.

10 Nu dan, koningen, handel verstandig!
Laat u bestraffen, rechters van de aarde!
11 Dien de HEERE met vreze,
verheug u al bevend.
12 Kus de Zoon, opdat Hij niet toornig wordt en u onderweg vergaat,
wanneer Zijn toorn slechts even zou ontbranden.

Welzalig allen die op Hem vertrouwen!

Inleiding

De Stichting Herziening Statenvertaling (HSV) werkt sinds 2000 op initiatief van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond aan een herziening van de Statenvertaling. De deeluitgave uit december 2006 bevat inmiddels het complete Nieuwe Testament en vier boeken van het Oude Testament. De Stichting beoogt de complete herziening eind 2010 gereed te hebben.

Uit de herziene vertalingen blijkt dat sprake is van een ingrijpende revisie die zich niet beperkt tot het vervangen van verouderd Nederlands. Gedeeltelijk komt dat voort uit het streven om de taal begrijpelijker te maken. Om dit te bereiken past men de door de Statenvertalers gehanteerde vertaalmethode minder strikt toe, waardoor de vertaling vrijer wordt en minder nauwgezet de zinsbouw en woordkeus volgt van de oorspronkelijke tekst. Hierdoor krijgt de herziene tekst het karakter van een nieuwe vertaling. Hier blijft het echter niet bij, want de herzieners voeren ook inhoudelijke wijzigingen door, niet alleen op basis van zogenoemde nieuwe inzichten, maar ook op grond van subjectieve voorkeuren van de herzieners. Vele wijzigingen zijn willekeurig en ongegrond. Het bovenstaande betekent dat de HSV niets anders is dan een nieuwe vertaling die gebaseerd is op andere uitgangspunten en andere keuzes dan die ten grondslag liggen aan de Statenvertaling.

In dit artikel wil ik ingaan op diverse wijzigingen die zijn aangebracht in Psalm 2. Deze voorbeelden illustreren wat hierboven is opgemerkt. Aan voorbeelden in de Psalmen is overigens geen gebrek, dit Bijbelboek is in de herziening namelijk ingrijpend gereviseerd. [2]

Psalm 2:7: de plaats van de Naam ‘HEERE’ in de vertaling

SV: “Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd.”

HSV: [3] “Ik zal het besluit van de HEERE bekendmaken: / Hij heeft tegen Mij gezegd: U bent Mijn Zoon, / heden heb Ik U verwekt.”

De wijzigingen in vers 7 beperken zich niet tot taalkundige revisie. Twee wijzigingen zijn duidelijk inhoudelijk van aard, namelijk de plaats van de Naam ‘HEERE’ en de wijziging van ‘verhalen’ in ‘bekendmaken’. Allereerst bespreken we de plaatsing van de Naam ‘HEERE’. In de Statenvertaling staat de Naam ‘HEERE’ aan het begin van het tweede zinsdeel: “De HEERE heeft tot Mij gezegd”. In de HSV is de Naam ‘HEERE’ verplaatst naar het eerste zinsdeel: “Ik zal het besluit van de HEERE bekendmaken”. In het tweede zinsdeel staat dan “Hij heeft tegen Mij gezegd” in plaats van “de HEERE heeft tot Mij gezegd”.

De Statenvertaling volgt hier de Masoretische tekst, dat wil zeggen de Hebreeuwse tekst inclusief klinker- en accenttekens zoals die door de Joodse rabbijnen is overgeleverd. In de Masoretische tekst vinden we in Psalm 2:7 een accentteken dat een duidelijke scheiding aanbrengt tussen het Hebreeuwse woord voor ‘besluit’ en de Naam JHWH (HEERE). De rabbijnen gaven daarmee aan dat deze woorden niet met elkaar moeten worden verbonden, dat dus níet gelezen moet worden: “het besluit van de HEERE”, maar dat de Naam “HEERE” gelezen moet worden bij het volgende zinsdeel (“de HEERE heeft tot Mij gezegd”). Het gebruikte accentteken wordt aangeduid als ‘oleh wejored’ en geldt in de boeken Psalmen, Job en Prediker als het sterkst mogelijke scheidingsteken in een vers, in de Statenvertaling meestal weergegeven door een puntkomma of dubbele punt. Dit betekent dat de Statenvertaling hier geheel in overeenstemming is met de Masoretische tekst en dat de Naam ‘HEERE’ terecht gevoegd is bij het tweede zinsdeel van dit vers. Daarentegen plaatst de HSV de Naam ‘HEERE’ wel in het eerste zinsdeel, hetgeen in strijd is met de Maroretische tekst. Of de herzieners de accenttekens onderzocht hebben, is een niet beantwoorde vraag. Mogelijk is dit niet het geval geweest en heeft men slechts de indeling gevolgd die de wetenschappelijke teksteditie van de Hebreeuwse tekst, de Biblia Hebraica Stuttgartensia (BHS), aangeeft. Dat ook in deze editie de accenttekens feitelijk een andere indeling ondersteunen, is wellicht door de herzieners niet opgemerkt. Dat men desondanks meent de Statenvertaling hier te moeten wijzigen, is een kwalijke zaak.

Diverse andere edities en vertalingen stemmen overeen met de Statenvertaling. Allereerst geldt dit de Hebreeuwse teksteditie zoals uitgegeven door de TBS, die gebaseerd is op zestiende-eeuwse Joodse tekstedities die op hun beurt weer teruggaan op middeleeuwse rabbijnse handschriften. Verder lezen en vertalen ook nu de Joden deze passage zoals de Statenvertaling. [4] Hoewel vele nieuwe vertalingen de indeling in de BHS volgen, zijn er ook recente vertalingen die net als de Statenvertaling bij de Masoretische tekst zijn gebleven. Behalve de New King James Version (NKJV) kan genoemd worden de Elberfelder vertaling, editie 2003, waarin men terecht is teruggekomen van de vertaling in de vorige editie van 1985/1991. Wanneer we vertalingen uit de tijd van de Reformatie raadplegen, dan is er (voor zover ons bekend) helemaal geen verschil. Al deze vertalingen plaatsen de Naam ‘HEERE’ zoals in de Statenvertaling. Wel kan als bijzonderheid worden vermeld dat de oude Griekse vertaling, de Septuaginta, de Naam ‘HEERE’ tweemaal vertaald heeft en in beide zinsdelen heeft opgenomen. Echter, dit kan geen doorslaggevend argument zijn om hier af te wijken van de Masoretische tekst zoals onder meer de HSV hier doet.

Psalm 2:7a: ‘verhalen’ of ‘bekendmaken’

SV: “Ik zal van het besluit verhalen:”

HSV: “Ik zal het besluit van de HEERE bekendmaken:”

Het tweede inhoudelijke verschil dat in vers 7 opvalt, betreft de wijziging van het woord ‘verhalen’ door ‘bekendmaken’. In het Hebreeuws staat hier het woord ‘safar’. Enkele van de grondbetekenissen zijn: schrijven, inschrijven en tellen. (Ons woord cijfer is aan dit Hebreeuwse woord verwant.) De van het grondwoord afgeleide pi’el stamformatie die hier gebruikt wordt, laat zich vertalen door ‘optellen’, ‘opsommen’ of ‘vertellen’, dikwijls in een prijzende betekenis. Voorbeelden zijn Psalm 9:2b: “ik zal al Uw wonderen vertellen” en Psalm 19:2a: “De hemelen vertellen Gods eer”. De Statenvertaling vertaalt het woord in verreweg de meeste gevallen met ‘vertellen’. Hier in Psalm 2:7 hebben de vertalers gekozen voor ‘verhalen’: “Ik zal van het besluit verhalen”. In de kanttekening wordt ‘vertellen’ genoemd als andere vertaalmogelijkheid. Echter ook in het woord ‘verhalen’ komt de eigenlijke betekenis van ‘opsommen’ of ‘optellen’ zoals die in dit woord besloten ligt, goed tot uitdrukking.

De vertaling die de HSV hier kiest, is: “Ik zal het besluit van de HEERE bekendmaken”. Hoewel sommige woordenboeken de vertaling ‘bekendmaken’ wel toestaan, [5] valt op te merken dat de Statenvertalers een woord gekozen hebben dat dichter staat bij de eigenlijke betekenis van het Hebreeuwse woord zoals hierboven is aangegeven. Juist als het gaat om kleine nuances blijkt de Statenvertaling (naar ik meen vooral in het Oude Testament) vaak uiterst nauwkeurig. De vertaling lijkt hier ook nauwkeuriger dan de King James Version die hier vertaalt met ‘declare’ (verklaren, bekendmaken). [6] De Engelsman Ainsworth, wiens vertaling en uitlegging van de Pentateuch, de Psalmen en het Hooglied uit het begin van de zeventiende eeuw zeer geroemd is, vertaalde echter met ‘tell’ (vertellen). Vele oude en nieuwe vertalingen in diverse talen kiezen dezelfde betekenis. Behalve dat ‘bekendmaken’ in de HSV minder nauwkeurig is, kan als bezwaar worden genoemd dat deze woordkeus lijkt aan te geven dat hier een bekendmaking is van iets dat eerder verborgen is geweest. Dat ligt echter niet opgesloten in het Hebreeuwse werkwoord. Zoals gezegd gaat het om verhalen of vertellen, dikwijls in een prijzende betekenis, zoals ook in deze tekst het geval is.

Op grond van het bovenstaande moeten we concluderen dat er geen enkele reden is om ‘verhalen’ hier te wijzigen in ‘bekendmaken’. De wijziging in de HSV is geheel ongegrond en bovendien minder nauwkeurig.

Psalm 2:5: ‘verschrikken’ of ‘schrik aanjagen’

SV: “Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, en in Zijn grimmigheid zal Hij hen verschrikken.”

HSV: “Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, / in Zijn grimmigheid hun schrik aanjagen:”

De wijziging van ‘verschrikken’ in ‘schrik aanjagen’ in de HSV is wellicht slechts bedoeld geweest als taalkundige aanpassing omdat het woord ‘verschrikken’ in het Nederlands niet heel gebruikelijk is. Deze aanpassing is echter geen verbetering, aangezien de betekenis van het oorspronkelijke woord hiermee verzwakt wordt. Iemand schrik aanjagen betekent vaak niet meer dan iemand laten schrikken, dat wil zeggen, iemand een schrik bezorgen die meestal slechts kortstondig is en vaak alleen uitwendig. Het woord ‘verschrikken’ heeft hier echter een veel ernstiger betekenis wat uit de samenhang met het voorgaande vers en vers 9 duidelijk blijkt. Het woord is de vertaling van het Hebreeuwse werkwoord ‘bahal’ in pi’el stamformatie. In het Hebreeuws-Engels woordenboek van Gesenius-Tregelles wordt als eerste betekenis genoemd ‘to strike with terror, to terrify’ (met verschrikking slaan, verschrikken). Het woord ‘terrify’ vinden we ook in sommige Engelse vertalingen, waaronder ook recente vertalingen, evenals ‘schrecken’ in Duitse vertalingen. Hoewel ‘schrik aanjagen’ taaltechnisch niet fout is, verdient ‘verschrikken’ hier toch de voorkeur.

Verder valt op dat in de herziene tekst een dubbele punt geplaatst is aan het eind van dit vers. Daarmee wordt gesuggereerd dat vers 6 de inhoud is van het Goddelijk spreken in vers 5. Het is de vraag of deze exegese wel juist is. In veel (klassieke) Bijbelverklaringen wordt dit verband tussen vers 5 en vers 6 niet gelegd, althans niet op deze wijze. Matthew Poole bijvoorbeeld verklaart het ‘spreken in Zijn toorn’ als een spreken niet zozeer door woorden, maar werkelijk, door oordelen. De Statenvertalers verklaarden dit op overeenkomstige wijze, zie de kanttekeningen bij vers 5. Een dubbele punt aan het slot van vers 5 past hier niet bij.

Psalm 2:9: ‘ijzeren scepter’ of ‘ijzeren staaf’

SV: “Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter, Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat.”

HSV: “U zult hen verpletteren met een ijzeren staaf, / U zult hen in stukken slaan als de kruik van een pottenbakker.”

Bij het woord ‘scepter’ heeft de Statenvertaling de volgende kanttekening: “Of: staf, dat is, met Uw Goddelijke macht en rechtvaardige oordelen zult Gij de ongehoorzamen en wederspannigen verdoen.”

Psalm 2 bevat een profetie van het Koninkrijk van de Messias, de Heere Jezus Christus. In vers 6 wordt Hij nadrukkelijk Koning genoemd, Die gezalfd is over Sion, de berg van Gods heiligheid. In vers 9 wordt vervolgens gesproken over de gerichten die Christus over Zijn vijanden uitvoert. Het woord ‘scepter’ of ‘staf’ past geheel bij de benaming ‘Koning’ in vers 6. Duidelijk is dat de ‘ijzeren scepter’ waarvan hier gesproken wordt, figuurlijk moet worden opgevat. Het drukt de strengheid uit van Christus’ oordelen over de ongehoorzamen.

Hierbij vergeleken is het woord ‘staaf’ in de HSV in plaats van ‘scepter’ of ‘staf’ uitermate plat. Bovendien past deze vertaling niet bij de gebruikte beeldspraak. Het Hebreeuwse woord wordt dikwijls gebruikt voor een heersersstaf of scepter, zoals in Psalm 45:7: “Uw troon, o God, is eeuwiglijk en altoos; de scepter Uws Koninkrijks is een scepter der rechtmatigheid.” Idem in Genesis 49:10, Numeri 24:17, Jesaja 14:5, en andere plaatsen. Het is waar dat het Hebreeuwse woord ook ‘roede’ betekent, bijvoorbeeld in Job 9:34 en 21:9 en Spreuken 10:13 en 13:24. En ook hier in Psalm 2 zou eventueel met het woord ‘roede’ kunnen worden vertaald. Toch is hier geen enkel bezwaar te noemen tegen de vertaling met ‘scepter’. Integendeel, deze vertaling ligt het meest voor de hand in deze Konings-psalm. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de HSV hier de vertaling heeft aangepast en gekozen heeft voor de platte weergave ‘ijzeren staaf’. Dat in deze tekst niet alleen Christus’ oordelen, maar ook Zijn macht en heerschappij over Zijn vijanden wordt afgebeeld, komt met het woord ‘staaf’ niet tot uitdrukking.

Behalve deze wijziging is ook de verandering van ‘een pottenbakkersvat’ in ‘de kruik van een pottenbakker’ moeilijk een verbetering te noemen. Een pottenbakker maakt vele soorten vaten, het is onduidelijk waarom hier specifiek sprake zou zijn van een ‘kruik’. Het Hebreeuwse woord geeft voor deze wijziging geen aanleiding.

Psalm 2:6: ‘de berg Mijner heiligheid’

SV: “Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid.”

HSV: “Ik toch heb Mijn Koning gezalfd / over Sion, Mijn heilige berg.”

In dit vers is de letterlijk uit het Hebreeuws vertaalde uitdrukking ‘de berg Mijner heiligheid’ gewijzigd in ‘Mijn heilige berg’. De uitdrukking in de Statenvertaling was in de zeventiende eeuw net zulk ongebruikelijk Nederlands als het nu is. Het hertalen hiervan is dan ook geen aanpassing van oud Nederlands, maar een gevolg van een andere vertaalmethode. De Statenvertalers streefden ernaar om de manier van uitdrukken in de oorspronkelijke talen zoveel mogelijk te behouden. Al op de Synode van Dordrecht in 1618 en 1619 was tot deze strikte manier van vertalen besloten. Een toelichting op de uitdrukking ‘de berg Mijner heiligheid’ is te vinden in kanttekening 14: “Dat is, Mijn heiligen berg, of: waar Ik (Die de Heiligheid Zelve ben) woon; te weten Mijn kerk, afgebeeld door den berg Sion”, enzovoort. We zien hieruit dat de Statenvertalers verklaarden dat de heiligheid van de berg Sion ontleend is aan de Heiligheid van God Zelf Die gezegd wordt daar te wonen. Vergelijk in dit verband ook kanttekening 17 bij Psalm 20:7. Al is het waar dat de uitdrukking ‘de berg Mijner heiligheid’ in beginsel hetzelfde betekent als ‘Mijn heilige berg’, toch is het ongepast om in een revisie voorbij te gaan aan de bewuste keuze van de Statenvertalers om hier letterlijk te vertalen.

Psalm 2:1: ‘ijdelheid’ of ‘wat zinloos is’

SV: “Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid?”

HSV: “Waarom woeden de heidenen / en bedenken de volken wat zinloos is?”

In deze tekst is het woord ‘ijdelheid’ hertaald in ‘wat zinloos is’. Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk ‘leeg’ of tevergeefs’. De kanttekening verklaart het woord in de context van dit vers als ‘vergeefse aanslagen’. Hetzelfde Hebreeuwse woord vinden we in de betekenis ‘tevergeefs’ bijvoorbeeld ook in Leviticus 26:16 en Jeremia 51:58. Ook het overeenkomstige Hebreeuwse bijwoord betekent ‘leeg’ of ‘tevergeefs’, bijvoorbeeld in de tekst Jesaja 55:11: “Mijn woord… zal niet ledig (of: tevergeefs) tot Mij wederkeren”. Ook het Nederlandse woord ‘ijdel’ betekent oorspronkelijk ‘tevergeefs’, denk bijvoorbeeld aan de uitdrukking ‘een ijdele poging’, dat is een vergeefse poging. Ook in het woord ‘verijdelen’ (tevergeefs maken) zien we deze betekenis terug. In deze tekst, en ook in Psalm 4:3, heeft het Hebreeuwse woord (en ook het Nederlandse woord ‘ijdelheid’) echter een ongunstige betekenis. Het gaat niet alleen om iets dat tevergeefs is, maar ook wat verkeerd en slecht is. Zo wordt hetzelfde Hebreeuwse woord ook gebruikt voor ijdele, lege ofwel slechte mannen in Richteren 9:4 en 2 Samuël 6:20. De gekozen hertaling ‘wat zinloos is’ lijkt minder juist. Iets wat tevergeefs is, is achteraf bezien inderdaad zinloos, echter dat is meer een gevolgtrekking dan de eigenlijke betekenis van het woord. Daarnaast ontbreekt in de woorden ‘wat zinloos is’ de negatieve duiding die het Hebreeuwse woord hier wel degelijk heeft. Dan is de vertaling ‘vergeefse [aanslagen]’ beter, al past dit niet in een herziening, maar alleen in een nieuwe vertaling. Het woord ‘ijdelheid’ laat zich hier dan ook moeilijk vervangen.

Andere wijzigingen

Hoewel in deze Psalm nog diverse andere taalkundige én inhoudelijke wijzigingen zijn aangebracht, blijven deze hier verder onbesproken. Wel valt op te merken dat ook in de andere verzen diverse woorden vervangen zijn die niet verouderd zijn. Bovendien hebben de woorden die daarvoor in de plaats zijn gekomen soms een enigszins andere betekenis. Bijvoorbeeld de wijziging van ‘beraadslagen tezamen’ naar ‘spannen samen’ in vers 2 en van ‘banden verscheuren’ naar ‘boeien verbreken’ in vers 3. Ook deze aanpassingen maken heel duidelijk dat sprake is van een nieuwe vertaling en niet slechts van een taalkundige revisie. Ook de aanpassingen in vers 8 en vers 12 zijn niet louter van taalkundige aard. Geen van de aanpassingen betreft een werkelijke verbetering die gefundeerd kan worden op de grondtekst.

hsv-parallel-2010-fragment-klein

‘De HSV heeft in deze Psalm
zeer duidelijk het karakter
van een nieuwe vertaling.’

Besluit

Hoewel over de herziene tekst van Psalm 2 nog diverse andere opmerkingen te maken zijn, wil ik hiermee dit artikel afsluiten. Aangetoond is dat de HSV in deze Psalm zeer duidelijk het karakter heeft van een nieuwe vertaling. De vertaalmethode van de Statenvertaling is bij de herziening van deze Psalm niet onverkort gehanteerd. Bovendien zijn diverse inhoudelijke wijzigingen aangebracht die bij nadere beschouwing beslist geen verbeteringen blijken te zijn, integendeel. Het karakter van de Statenvertaling is door de wijzigingen in methode en vertaalkeuzes wezenlijk aangetast. Bovendien blijkt de Herziene vertaling door de aangebrachte wijzigingen duidelijk minder nauwkeurig en van mindere kwaliteit te zijn dan de Statenvertaling. Deze conclusies voor Psalm 2 staan niet op zichzelf, maar gelden in meerdere of mindere mate ook voor andere hoofdstukken en Bijbelboeken. Er is dan ook alle reden om de Herziene vertaling (HSV) af te wijzen en de Statenvertaling te blijven gebruiken.

Noten

[1] De tekst van Psalm 2 op de website van de Stichting Herziening Statenvertaling is hiermee vergeleken (mei 2008) en blijkt ten opzichte van 2006 onveranderd te zijn.

[2] Hoewel nog niet sprake is van een definitieve tekst, is de vertaling van de Psalmen toch het stadium van proefvertaling voorbij. Inmiddels zijn meer dan 100.000 exemplaren van het Nieuwe Testament en de Psalmen in de Herziene vertaling gedrukt voor de Bijbelvereniging (voorheen de Nederlandse Gideons).

[3] De HSV verdeelt de tekst in de Psalmen over dichtregels. In dit artikel is een regelovergang met een /-teken in de tekst aangegeven.

[4] Behalve uit de Masoretische accenttekens blijkt dat ook uit Joodse vertalingen zoals JPS (1917) en Tanakh (1985). JPS heeft: “I will tell of the decree: the LORD said unto me: ‘Thou art My son, this day have I begotten thee’.” Tanakh heeft: “Let me tell of the decree: the LORD said to me, ‘You are My son, I have fathered you this day’.”

[5] Het woordenboek van Gesenius (17e editie) vermeldt deze mogelijkheid echter niet. Evenmin is dit het geval in het Hebreeuws-Nederlands woordenboek van E. Italie.

[6] Hoewel het woord ‘declare’ mogelijk ook opgevat kan worden als verklaren in de (oudere) betekenis van verhalen of vertellen, waarmee de vertaling geheel overeenstemt met de Statenvertaling. Hiervoor pleit dat in het Middel-Engels de eerste (!) betekenis van ‘declaren’ is: to tell, to list (things), to enumerate (bron: website Middle English Dictionary, University of Michigan)

Naschrift (2010)

In november 2008, enkele maanden na verschijning van dit artikel, kondigde de Stichting HSV aan de herziening van de Bijbelboeken Genesis en Psalmen opnieuw te willen toetsen. De herziene tekst van deze Bijbelboeken, die al in deeluitgaven van 2004 en 2006 was gepubliceerd, werd van de website van de Stichting HSV verwijderd. In februari 2010 kwam de tekst van Genesis weer beschikbaar, in november 2010 de tekst van Psalmen. Diverse opmerkingen in bovenstaand artikel zijn echter ook op de definitieve uitgave van de HSV (december 2010) van toepassing.

Terug

Naar top van deze pagina

Naar hoofdpagina Herziene Statenvertaling

© 2010-2015 getrouwevertaling.nl